Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Eén op drie moet sociale woning verlaten bij ernstige tekortkoming aan huurdersverplichtingen
Gemiddeld moet één op drie sociale huurders in Vlaanderen zijn woning na ernstige tekortkomingen aan huurdersverplichtingen verlaten. Dat meldt Vlaams volksvertegenwoordiger Nadia Sminate (N-VA). Zij vroeg de cijfers over uithuiszettingen ten gevolge van verwaarlozing en leefbaarheidsproblemen op bij bevoegd Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA). “De meeste opgestarte dossiers leiden niet tot ontbinding van het huurcontract of uithuiszetting”, zegt Sminate. “Woonmaatschappijen trachten immers in eerste instantie naar een minnelijke oplossing te streven.”
Een sociale woning moet toekomen aan zij die er echt nood aan hebben. Die woning moet net als wanneer je een woning op de private huurmarkt huurt, goed onderhouden worden door de huurder. In de meeste gevallen zal de huurder de woning onderhouden zoals het een goede huisvader betaamt, maar soms dient de woonmaatschappij een dossier op te starten wegens het veroorzaken van leefbaarheidsproblemen, huurachterstal, domiciliefraude of het gebrek aan goed onderhoud van de woning.
Uit cijfers die Sminate opvroeg bij partijgenoot en Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele blijkt nu dat bij de opgestarte dossiers gemiddeld één op drie de sociale woning ook effectief dient te verlaten. “We trachten in de eerste plaats altijd te bemiddelen, maar als het de spuigaten uitloopt en de sociale huurder weigert te voldoen aan zijn of haar huurdersverplichting, moet er ingegrepen worden”, zegt Sminate.
Waar het Vlaamse gemiddelde over de voorbije zes jaar ongeveer op 31% ligt van zij die effectief hun sociale woning hebben moeten verlaten, ligt dat gemiddelde in de provincie Vlaams-Brabant iets hoger op 32,6%. Het aantal uithuiszettingen of ontbindingen van het huurcontract volgt in de provincie van Sminate dus de Vlaamse trend. In 2021 hebben de woonmaatschappijen in Vlaams-Brabant zo’n 104 dossiers opgestart, waarvan 45 dossiers ook effectief voltrokken en dus ontbonden zijn (43%). Over gans Vlaanderen werden er in datzelfde jaar 1.116 dossiers opgestart, waarvan 398 (36%) dossiers ontbonden zijn. In 2022 werd in Vlaams-Brabant in 42 van de 90 gevallen de huurder uit huis gezet (46%), in Vlaanderen was dit in 35,5 % van het aantal opgestarte dossiers het geval.
“We zijn gastvrij voor diegenen die een sociale woning nodig hebben, maar we verwachten ook dat de huurder voldoet aan de verplichtingen die komen kijken bij het huren van een sociale woning. Die vraag is niet meer dan fair”, besluit Sminate.