Tot nu moest elke begraafplaats zowel plaats bieden om te begraven, als om as uit te strooien en urnen te bewaren. “Dat hoeft niet meer. Zolang een gemeente de drie mogelijkheden blijft aanbieden, kunnen die voortaan wel op verscheidene plaatsen georganiseerd worden”, vertelt Peter Wouters. “Dat schept bijvoorbeeld de mogelijkheid om een voormalige parochiekerk, die niet gelegen is aan een begraafplaats, om te bouwen tot neutraal gemeentelijk columbarium. Daarnaast gebruiken we het potentieel van bijna vergeten plaatsen en ruimtes, zoals de vele Vlaamse kapelletjes.”
Regelgeving beter afgestemd op realiteit
Voorts krijgen gemeenten de vrijheid om zelf te bepalen waar op hun grondgebied as kan worden uitgestrooid. “Vroeger moest dat op de gemeentelijke begraafplaats gebeuren, op de aan België grenzende zee of op privégrond”, licht Sofie Joosen toe. “Maar er is steeds meer vraag om ook andere openbare plaatsen daarvoor te mogen gebruiken, zoals de duinen of een bos.” Steeds vaker nemen nabestaanden de as van een overledene ook mee naar huis. “Dat mag al langer, maar er was zeer weinig controle over de bestemming van de as”, vertelt Nadia Sminate. “Het gebeurde dan ook vaak dat de as werd uitgestrooid op een openbare plek, wat in strijd is met de bestaande decreetgeving. Met het nieuwe decreet wordt die regelgeving in overeenstemming gebracht met de praktijk.”